Summary
Dutch
Detailed Translations for onbedekt from Dutch to English
onbedekt:
-
onbedekt (onoverdekt)
-
onbedekt (gevonden)
-
onbedekt
Translation Matrix for onbedekt:
Noun | Related Translations | Other Translations |
open | vrije ruimten | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
found | funderen; instellen; invoeren; koloniseren; onderbouwen; onderheien; oprichten; settelen; stichten; vestigen | |
open | aanbreken; beginnen; een begin nemen; inleiden; inluiden; losgaan; loskrijgen; ontgrendelen; ontsluiten; open krijgen; opendoen; opendraaien; openen; opengaan; opengooien; openklappen; openmaken; openslaan; openwerpen; starten | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
found | gevonden; onbedekt | aangetroffen |
open | onbedekt; onoverdekt | benaderbaar; eerlijk; frank; genaakbaar; gulweg; niet dicht; onbewimpeld; onomwonden; onverholen; onverhuld; open; openhartig; oprecht; rechtschapen; rechttoe; ronduit; toegankelijk; vrij; vrijelijk; vrijuit |
outdoor | onbedekt; onoverdekt | |
uncovered | gevonden; onbedekt; onoverdekt | ontbloot; onverhuld; zonder bekleding |