Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. overeenkomend:
  2. overeenkomen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for overeenkomend from Dutch to English

overeenkomend:

overeenkomend adj

  1. overeenkomend (op elkaar lijkend)
    alike

Translation Matrix for overeenkomend:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
alike hetzelfde
ModifierRelated TranslationsOther Translations
alike op elkaar lijkend; overeenkomend analoog; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; soortgelijk

Wiktionary Translations for overeenkomend:

overeenkomend
adjective
  1. conforming

Cross Translation:
FromToVia
overeenkomend analogous; analogical analogue — Qui présente une analogie avec une autre chose.
overeenkomend responsible; accountable; corresponding; counterpart; compatible; congruent correspondant — Qui correspondre à quelque chose.

overeenkomen:

overeenkomen verb (kom overeen, komt overeen, kwam overeen, kwamen overeen, overeen gekomen)

  1. overeenkomen (eens worden; overeenstemmen)
    to agree; to concur
    • agree verb (agrees, agreed, agreeing)
    • concur verb (concurs, concurred, concurring)
  2. overeenkomen (afspreken; accorderen)
    to agree; come to an agreement
  3. overeenkomen (overeenstemmen met; overeenkomen met; kloppen met; stroken; stroken met)
    correspond to; to match; to fit
  4. overeenkomen (corresponderen; stroken; overeenstemmen)
    to correspond with; to conform to
    • correspond with verb (corresponds with, corresponded with, corresponding with)
    • conform to verb (conforms to, conformed to, conforming to)

Conjugations for overeenkomen:

o.t.t.
  1. kom overeen
  2. komt overeen
  3. komt overeen
  4. komen overeen
  5. komen overeen
  6. komen overeen
o.v.t.
  1. kwam overeen
  2. kwam overeen
  3. kwam overeen
  4. kwamen overeen
  5. kwamen overeen
  6. kwamen overeen
v.t.t.
  1. ben overeen gekomen
  2. bent overeen gekomen
  3. is overeen gekomen
  4. zijn overeen gekomen
  5. zijn overeen gekomen
  6. zijn overeen gekomen
v.v.t.
  1. was overeen gekomen
  2. was overeen gekomen
  3. was overeen gekomen
  4. waren overeen gekomen
  5. waren overeen gekomen
  6. waren overeen gekomen
o.t.t.t.
  1. zal overeenkomen
  2. zult overeenkomen
  3. zal overeenkomen
  4. zullen overeenkomen
  5. zullen overeenkomen
  6. zullen overeenkomen
o.v.t.t.
  1. zou overeenkomen
  2. zou overeenkomen
  3. zou overeenkomen
  4. zouden overeenkomen
  5. zouden overeenkomen
  6. zouden overeenkomen
diversen
  1. kom overeen!
  2. komt overeen!
  3. overeen gekomen
  4. overeenkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for overeenkomen:

NounRelated TranslationsOther Translations
fit convulsie; driftbui; fit; kramp; pasvorm; samentrekking; stuip; stuiptrekking; woedeaanval
match concours; gelijke; lucifer; luciferhoutje; match; partij; pot; strijd; wedstrijd; weerga
VerbRelated TranslationsOther Translations
agree accorderen; afspreken; eens worden; overeenkomen; overeenstemmen bijvallen; congruent zijn; gelijk geven; goed vinden; instemmen; jaknikken; kloppen; knikken; overeenstemmen; rugsteunen; steunen; toestaan; toestemmen
come to an agreement accorderen; afspreken; overeenkomen een akkoord sluiten; een compromis sluiten; een vergelijk treffen
concur eens worden; overeenkomen; overeenstemmen
conform to corresponderen; overeenkomen; overeenstemmen; stroken evenaren; zich aanpassen; zich schikken; zich voegen; zich voegen naar
correspond to kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; stroken; stroken met congruent zijn; kloppen; overeenstemmen
correspond with corresponderen; overeenkomen; overeenstemmen; stroken een briefwisseling voeren; evenaren
fit kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; stroken; stroken met aanbrengen; aankunnen; aanleggen; aanpassen; aanproberen; bijpassen; installeren; monteren en aansluiten; passen; plaatsen; proberen
match kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; stroken; stroken met bijpassen; congruent zijn; evenaren; kloppen; overeenstemmen; passen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
fit adequaat; arbeidsgeschikt; bekwaam; blakend; capabel; competent; fit; gepast; geschikt; getraind; gezond; in staat te werken; juist; passend; valide
ModifierRelated TranslationsOther Translations
agree akkoord; in orde; mee eens

Wiktionary Translations for overeenkomen:

overeenkomen
verb
  1. interact or coexist well, without argument or trouble
  2. not correspond

Cross Translation:
FromToVia
overeenkomen arrange; agree vereinbaren — eine Abmachung treffen
overeenkomen correspond; coincide; match; agree; conform; adhere; comply correspondre — Être en rapport de symétrie et d’harmonie avec quelque chose.

External Machine Translations:

Related Translations for overeenkomend