Noun | Related Translations | Other Translations |
secret
|
|
geheim; heimelijkheid; stiekemheid; verborgenheid
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
clandestine
|
heimelijk; stilletjes
|
bedekt; clandestien; heimelijk; illegaal; in het geniep; ongeoorloofd; onrechtmatig; onwetmatig; onwettelijk; onwettig; steels; stiekem; verboden; verholen; verstolen; wederrechtelijk
|
furtive
|
heimelijk; stilletjes
|
bedekt; geheim; heimelijk; in het geheim; in het geniep; steels; stiekem; verholen; verstolen
|
secret
|
heimelijk; stilletjes
|
onderhuids; sluimerend; verbloemd; verborgen; verborgen aanwezig zijn; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen
|
sneaking
|
heimelijk; stilletjes
|
bedekt; heimelijk; in het geniep; steels; stiekem; verholen; verstolen
|
stealthy
|
heimelijk; stilletjes
|
bedekt; clandestien; heimelijk; in het geniep; ongeoorloofd; steels; stiekem; verholen; verstolen
|
unobserved
|
geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes
|
onopgemerkt
|
unperceived
|
geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes
|
onopgemerkt
|
unseen
|
geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes
|
onopgemerkt; verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen
|
Adverb | Related Translations | Other Translations |
privately
|
heimelijk; onderhands; stilletjes
|
|
quietly
|
geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes
|
bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; rustig aan; rustigjes; sereen; stil; stilletjes aan; vredig; vreedzaam
|
silently
|
geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes
|
|
softly
|
geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes
|
|
surreptitiously
|
geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes
|
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
underhand
|
heimelijk; onderhands; stilletjes
|
achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevaarlijk; gewiekst; gluiperig; in het geniep; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; vals; verraderlijk
|