Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. tikje:
  2. tik:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for tikje from Dutch to English

tikje:


tik:

tik [de ~ (m)] noun

  1. de tik (toegebrachte klap; klap; lel; klop; mep)
    the knock; the slap; the smack; the blow
  2. de tik (toegebrachte klap; jens; klap; )
    the smack; the slap; the blow

Translation Matrix for tik:

NounRelated TranslationsOther Translations
blow dreun; jens; klap; klop; knal; lel; mep; tik; toegebrachte klap bluts; deuk; duw; duwtje; fiasco; flop; handslag; harde slag; hengst; instulping; klap; lel; mep; misrekening; misslag; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; por; slag; sof; stoot; stootje; tegenvaller; teleurstelling; terugslag; zet
knock klap; klop; lel; mep; tik; toegebrachte klap aankloppen
slap dreun; jens; klap; klop; knal; lel; mep; tik; toegebrachte klap handslag; harde slag; klap; opstopper; pets; peut; stoot
smack dreun; jens; klap; klop; knal; lel; mep; tik; toegebrachte klap dreun; handslag; klap; klapzoen; knal; kwak; opstopper; pakkerd; peut; smak; stoot
VerbRelated TranslationsOther Translations
blow 'm piepen; 'm smeren; aanblazen; aanwakkeren; afzuigen; blazen; doen opvlammen; fellatio doen; fladderen; fluiten; hard waaien; hijgen; iets vergallen; pijpen; puffen; stuiven; verknoeien; waaien; wapperen; zuigen
knock aankloppen; aantikken; kloppen; tikken
slap hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren
smack een klap geven; hard slaan; hengsten; meppen; slaan; smakken; smakkend eten; timmeren

Related Words for "tik":


Wiktionary Translations for tik:


Cross Translation:
FromToVia
tik hit; strike; knock; blow; smack; stroke; whack; move; turn coupimpression que fait un corps sur un autre en le frappant.