Summary
Dutch
Detailed Translations for aanstaande from Dutch to English
aanstaande:
-
aanstaande (eerstvolgend)
-
de aanstaande (verloofde)
Translation Matrix for aanstaande:
Noun | Related Translations | Other Translations |
coming | aankomen; aankomst; arriveren; in aantocht; komen; komst; nadering | |
fiancé | aanstaande; verloofde | verloofde |
fiancée | aanstaande; verloofde | verloofde |
next | daaropvolgend | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
coming | aanstaande; eerstvolgend | aankomend; aanstaand; komend; toekomend; toekomstig; toekomstige |
Adverb | Related Translations | Other Translations |
next | later; straks; zometeen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
next | aanstaande; eerstvolgend | aankomend; aanstaand; daarna; hierna; hierop; komend; later; naderhand; nadien; navolgend; onderstaande; toekomend; toekomstig; toekomstige; vervolgens; volgend; volgende |
aanstaan:
-
aanstaan (goeddunken; believen)
-
aanstaan (behagen; bevallen; plezieren; gelieven)
-
aanstaan (prettig vinden; bevallen; conveniëren)
-
aanstaan (in werking zijn)
Conjugations for aanstaan:
o.t.t.
- sta aan
- staat aan
- staat aan
- staan aan
- staan aan
- staan aan
o.v.t.
- stond aan
- stond aan
- stond aan
- stonden aan
- stonden aan
- stonden aan
v.t.t.
- heb aangestaan
- hebt aangestaan
- heeft aangestaan
- hebben aangestaan
- hebben aangestaan
- hebben aangestaan
v.v.t.
- had aangestaan
- had aangestaan
- had aangestaan
- hadden aangestaan
- hadden aangestaan
- hadden aangestaan
o.t.t.t.
- zal aanstaan
- zult aanstaan
- zal aanstaan
- zullen aanstaan
- zullen aanstaan
- zullen aanstaan
o.v.t.t.
- zou aanstaan
- zou aanstaan
- zou aanstaan
- zouden aanstaan
- zouden aanstaan
- zouden aanstaan
diversen
- sta aan!
- staat aan!
- aangestaan
- aanstaande
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aanstaan:
External Machine Translations: