Dutch
Detailed Translations for aanwending from Dutch to English
aanwending:
-
de aanwending (toepassing; gebruik; inzet)
-
de aanwending (toepassing; gebruik; aanwenden)
the application; the utilization; the implementation; the infliction; the use; the practice; the adoption; the administration; the practise; the utilisation -
de aanwending (hantering; gebruik; behandeling)
Translation Matrix for aanwending:
External Machine Translations: