Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. afhankelijkheid:
  2. afhankelijk:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for afhankelijkheid:
    • dependability, reliance, interdependence


Dutch

Detailed Translations for afhankelijkheid from Dutch to English

afhankelijkheid:

afhankelijkheid [de ~ (v)] noun

  1. de afhankelijkheid (verslaving; gewenning; verslaafdheid)
    the dependence; the addiction
  2. de afhankelijkheid (knechtschap)
    the thraldom; the bondage; the bondservice; the thralldom
  3. de afhankelijkheid
    the dependency
    – A directed relationship between two objects, such as components, objects, or features. For example, if feature A depends on feature B, B is a dependency of A. 1

Translation Matrix for afhankelijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
addiction afhankelijkheid; gewenning; verslaafdheid; verslaving
bondage afhankelijkheid; knechtschap horigheid; lijfeigenschap
bondservice afhankelijkheid; knechtschap
dependence afhankelijkheid; gewenning; verslaafdheid; verslaving
dependency afhankelijkheid
thraldom afhankelijkheid; knechtschap
thralldom afhankelijkheid; knechtschap

Related Words for "afhankelijkheid":


Wiktionary Translations for afhankelijkheid:

afhankelijkheid
noun
  1. computing: reliance on functionality
  2. addiction
  3. irresistible need
  4. state of being dependent

Cross Translation:
FromToVia
afhankelijkheid dependence Abhängigkeit — Zustand, auf jemand oder etwas angewiesen zu sein
afhankelijkheid dependence dépendance — État de qui, de ce qui dépend
afhankelijkheid dependence; addiction dépendance — Dépendance physiologique à une substance

afhankelijk:

afhankelijk adj

  1. afhankelijk (onzelfstandig)
  2. afhankelijk (onderschikkend)
  3. afhankelijk (horig)

Translation Matrix for afhankelijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
dependant gezinslast
dependent afhankelijke cel
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
dependant afhankelijk; onzelfstandig
dependent afhankelijk; onzelfstandig
subordinating afhankelijk; onderschikkend subordinerend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
enslaved afhankelijk; horig
heterehonomous afhankelijk; onzelfstandig
subordinated afhankelijk; onderschikkend subordinerend

Related Words for "afhankelijk":


Antonyms for "afhankelijk":


Related Definitions for "afhankelijk":

  1. erdoor beslist of bepaald worden2
    • of we buiten sporten is afhankelijk van het weer2
  2. steun van iemand nodig hebben2
    • een kind is afhankelijk van zijn ouders2

Wiktionary Translations for afhankelijk:

afhankelijk
adjective
  1. relying upon; depending upon