Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. afkloppen:


Dutch

Detailed Translations for afklopten from Dutch to English

afkloppen:

afkloppen verb (klop af, klopt af, klopte af, klopten af, afgeklopt)

  1. afkloppen
    to dust
    – remove the dust from 1
    • dust verb (dusts, dusted, dusting)
      • dust the cabinets1

Conjugations for afkloppen:

o.t.t.
  1. klop af
  2. klopt af
  3. klopt af
  4. kloppen af
  5. kloppen af
  6. kloppen af
o.v.t.
  1. klopte af
  2. klopte af
  3. klopte af
  4. klopten af
  5. klopten af
  6. klopten af
v.t.t.
  1. heb afgeklopt
  2. hebt afgeklopt
  3. heeft afgeklopt
  4. hebben afgeklopt
  5. hebben afgeklopt
  6. hebben afgeklopt
v.v.t.
  1. had afgeklopt
  2. had afgeklopt
  3. had afgeklopt
  4. hadden afgeklopt
  5. hadden afgeklopt
  6. hadden afgeklopt
o.t.t.t.
  1. zal afkloppen
  2. zult afkloppen
  3. zal afkloppen
  4. zullen afkloppen
  5. zullen afkloppen
  6. zullen afkloppen
o.v.t.t.
  1. zou afkloppen
  2. zou afkloppen
  3. zou afkloppen
  4. zouden afkloppen
  5. zouden afkloppen
  6. zouden afkloppen
diversen
  1. klop af!
  2. klopt af!
  3. afgeklopt
  4. afkloppende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for afkloppen:

NounRelated TranslationsOther Translations
dust afnemen; afstoffen; afwissen; stof; stofdeeltjes; stofje; vuiltje
VerbRelated TranslationsOther Translations
dust afkloppen afnemen; afstoffen; stof afkloppen; stoffen