Dutch
Detailed Translations for allure from Dutch to English
allure:
-
de allure (aanzien)
Translation Matrix for allure:
Noun | Related Translations | Other Translations |
allure | aanzien; allure | |
appearance | aanzien; allure | aanblik; aangezicht; aanzien; blijkbaarheid; buitenkant; comparatie; exterieur; figuur; gedaante; gelaat; iemand zijn uiterlijk; klaarblijkelijkheid; postuur; type; uiterlijk; verschijnen; verschijning; verschijningsvorm; vertoon; voorkomen; vorm |
Verb | Related Translations | Other Translations |
allure | aanlokken; bekoren; bevallen; gunst winnen; lokken; meelokken; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken |