Dutch
Detailed Translations for bekendmaken from Dutch to English
bekendmaken:
-
bekendmaken (proclameren; afkondigen)
-
bekendmaken (openbaar maken; bekend maken; afkondigen; aflezen; afroepen; oplezen)
Conjugations for bekendmaken:
o.t.t.
- maak bekend
- maakt bekend
- maakt bekend
- maken bekend
- maken bekend
- maken bekend
o.v.t.
- maakte bekend
- maakte bekend
- maakte bekend
- maakten bekend
- maakten bekend
- maakten bekend
v.t.t.
- heb bekendgemaakt
- hebt bekendgemaakt
- heeft bekendgemaakt
- hebben bekendgemaakt
- hebben bekendgemaakt
- hebben bekendgemaakt
v.v.t.
- had bekendgemaakt
- had bekendgemaakt
- had bekendgemaakt
- hadden bekendgemaakt
- hadden bekendgemaakt
- hadden bekendgemaakt
o.t.t.t.
- zal bekendmaken
- zult bekendmaken
- zal bekendmaken
- zullen bekendmaken
- zullen bekendmaken
- zullen bekendmaken
o.v.t.t.
- zou bekendmaken
- zou bekendmaken
- zou bekendmaken
- zouden bekendmaken
- zouden bekendmaken
- zouden bekendmaken
diversen
- maak bekend!
- maakt bekend!
- bekendgemaakt
- bekendmakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
bekendmaken (aankondigen; melden)
Translation Matrix for bekendmaken:
Synonyms for "bekendmaken":
Related Definitions for "bekendmaken":
Wiktionary Translations for bekendmaken:
bekendmaken
Cross Translation:
verb
bekendmaken
-
openbaar maken
- bekendmaken → make public
verb
-
make known
-
to make known in a formal manner
-
to notify formally
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bekendmaken | → announce | ↔ verkünden — (transitiv) öffentlich sagen |