Dutch
Detailed Translations for beschaduwen from Dutch to English
beschaduwen:
-
beschaduwen
Conjugations for beschaduwen:
o.t.t.
- beschaduw
- beschaduwt
- beschaduwt
- beschaduwen
- beschaduwen
- beschaduwen
o.v.t.
- beschaduwde
- beschaduwde
- beschaduwde
- beschaduwden
- beschaduwden
- beschaduwden
v.t.t.
- heb beschaduwd
- hebt beschaduwd
- heeft beschaduwd
- hebben beschaduwd
- hebben beschaduwd
- hebben beschaduwd
v.v.t.
- had beschaduwd
- had beschaduwd
- had beschaduwd
- hadden beschaduwd
- hadden beschaduwd
- hadden beschaduwd
o.t.t.t.
- zal beschaduwen
- zult beschaduwen
- zal beschaduwen
- zullen beschaduwen
- zullen beschaduwen
- zullen beschaduwen
o.v.t.t.
- zou beschaduwen
- zou beschaduwen
- zou beschaduwen
- zouden beschaduwen
- zouden beschaduwen
- zouden beschaduwen
diversen
- beschaduw!
- beschaduwt!
- beschaduwd
- beschaduwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for beschaduwen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
shade | donkere tint; kleur; kleurnuance; kleurschakering; kleurtje; lampenkap; lommer; nuance; schaduw; tint; toon | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
shade | beschaduwen | arceren |
External Machine Translations: