Dutch
Detailed Translations for bevrachten from Dutch to English
bevrachten:
Conjugations for bevrachten:
o.t.t.
- bevracht
- bevracht
- bevracht
- bevrachten
- bevrachten
- bevrachten
o.v.t.
- bevrachtte
- bevrachtte
- bevrachtte
- bevrachtten
- bevrachtten
- bevrachtten
v.t.t.
- heb bevracht
- hebt bevracht
- heeft bevracht
- hebben bevracht
- hebben bevracht
- hebben bevracht
v.v.t.
- had bevracht
- had bevracht
- had bevracht
- hadden bevracht
- hadden bevracht
- hadden bevracht
o.t.t.t.
- zal bevrachten
- zult bevrachten
- zal bevrachten
- zullen bevrachten
- zullen bevrachten
- zullen bevrachten
o.v.t.t.
- zou bevrachten
- zou bevrachten
- zou bevrachten
- zouden bevrachten
- zouden bevrachten
- zouden bevrachten
diversen
- bevracht!
- bevracht!
- bevracht
- bevrachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bevrachten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
freight | belading; lading; last; vracht; vrachtgoed; vrachtkosten | |
load | accumulatie; belading; belasting; bende; berg; drom; grote hoeveelheid; hinder; hoop; horde; lading; last; massa; menigte; moeite; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; overlast; overvloed; schare; soesa; stapel; vracht; vrachtgoed; vrachtje | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
freight | beladen; bevrachten; laden | |
lade | beladen; bevrachten; laden | |
load | beladen; bevrachten; laden | bezwaren; geweer laden; gewicht toevoegen; inladen; laden; opladen elektriciteit; opnieuw laden; verzwaren; zwaarder maken |