Dutch
Detailed Translations for bijmeng from Dutch to English
bijmengen:
-
bijmengen (aan mengsel toevoegen)
Conjugations for bijmengen:
o.t.t.
- meng bij
- mengt bij
- mengt bij
- mengen bij
- mengen bij
- mengen bij
o.v.t.
- mengde bij
- mengde bij
- mengde bij
- mengden bij
- mengden bij
- mengden bij
v.t.t.
- heb bijgemengd
- hebt bijgemengd
- heeft bijgemengd
- hebben bijgemengd
- hebben bijgemengd
- hebben bijgemengd
v.v.t.
- had bijgemengd
- had bijgemengd
- had bijgemengd
- hadden bijgemengd
- hadden bijgemengd
- hadden bijgemengd
o.t.t.t.
- zal bijmengen
- zult bijmengen
- zal bijmengen
- zullen bijmengen
- zullen bijmengen
- zullen bijmengen
o.v.t.t.
- zou bijmengen
- zou bijmengen
- zou bijmengen
- zouden bijmengen
- zouden bijmengen
- zouden bijmengen
diversen
- meng bij!
- mengt bij!
- bijgemengd
- bijmengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bijmengen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
add to mixture | aan mengsel toevoegen; bijmengen | |
blend with | aan mengsel toevoegen; bijmengen |
Wiktionary Translations for bijmengen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bijmengen | → adjoin; add; append | ↔ adjoindre — À trier |
• bijmengen | → add; append | ↔ ajouter — mettre en plus. |
• bijmengen | → join; assemble; link together; link up; put together; build; compose; construct; draught; combine; connect; unite; add; append | ↔ joindre — approcher deux choses l’une contre l’autre, en sorte qu’elles se toucher ou qu’elles se tenir. |
External Machine Translations: