Noun | Related Translations | Other Translations |
harvest
|
|
oogst; opbrengst van een gewas; opbrengst van gewas; pluk; wijnoogst
|
pick
|
|
houweel; klover; selectie; uitverkoring
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
call in
|
binnen halen; binnenroepen
|
aanlopen; aanroepen; bijhalen; engageren; inroepen; inviteren; komen aanlopen; terugeisen; terugvorderen; uitnodigen
|
gather
|
binnen halen; oogsten; plukken
|
bij elkaar vegen; bijeen krijgen; bijeen scharrelen; bijeenkomen; bijeenrapen; bijeenzoeken; bundelen; harken; inwinnen; inzamelen; oogsten; oppakken; oppikken; oprapen; opsnappen; plukken; samenkomen; samenpakken; samenrapen; trachten te krijgen; verenigen; vergaren; verzamelen
|
harvest
|
binnen halen; oogsten; plukken
|
|
pick
|
binnen halen; oogsten; plukken
|
kiezen; kluiven; knabbelen; knagen; knauwen; orderverzamelen; peuteren; peuzelen; pulken; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitverkiezen; uitzoeken; verkiezen; ziften
|
reap
|
binnen halen; oogsten; plukken
|
aankaarten; aansnijden; aanvoeren; afsnijden; entameren; op tafel leggen; opperen; opwerpen; snijden; te berde brengen; ter sprake brengen
|