Dutch
Detailed Translations for binnentrekken from Dutch to English
binnentrekken:
-
binnentrekken (binnenmarcheren)
Conjugations for binnentrekken:
o.t.t.
- trek binnen
- trekt binnen
- trekt binnen
- trekken binnen
- trekken binnen
- trekken binnen
o.v.t.
- trok binnen
- trok binnen
- trok binnen
- trokken binnen
- trokken binnen
- trokken binnen
v.t.t.
- heb binnengetrokken
- hebt binnengetrokken
- heeft binnengetrokken
- hebben binnengetrokken
- hebben binnengetrokken
- hebben binnengetrokken
v.v.t.
- had binnengetrokken
- had binnengetrokken
- had binnengetrokken
- hadden binnengetrokken
- hadden binnengetrokken
- hadden binnengetrokken
o.t.t.t.
- zal binnentrekken
- zult binnentrekken
- zal binnentrekken
- zullen binnentrekken
- zullen binnentrekken
- zullen binnentrekken
o.v.t.t.
- zou binnentrekken
- zou binnentrekken
- zou binnentrekken
- zouden binnentrekken
- zouden binnentrekken
- zouden binnentrekken
en verder
- ben binnengetrokken
- bent binnengetrokken
- is binnengetrokken
- zijn binnengetrokken
- zijn binnengetrokken
- zijn binnengetrokken
diversen
- trek binnen!
- trekt binnen!
- binnengetrokken
- binnentrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for binnentrekken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
enter | binnenmarcheren; binnentrekken | aangaan; aanknopen; aanmelden; aantreden; betreden; binnen gaan; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenstappen; binnentreden; ingaan; inklaren; inschrijven; insturen; intekenen; invallen; invoeren; inzenden; klaren; naar binnen vallen; opgeven; penetreren; subscriberen; toetreden |
go in | binnenmarcheren; binnentrekken | betreden; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenstappen; binnentreden; ingaan |
invade | binnenmarcheren; binnentrekken | binnendringen; binnenvallen; indringen; infiltreren; invallen |
march in | binnenmarcheren; binnentrekken | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
march in | binnengetrokken |
External Machine Translations: