Noun | Related Translations | Other Translations |
dim
|
|
deemstering; halfdonker; schemer; schemerdonker; schemeren; schemering; schemerlicht
|
faint
|
|
bedwelming; flauwte; versuffing; zwijm
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
clear
|
|
afdekken; afruimen; banen; bevrijden; dechargeren; emanciperen; inklaren; klaren; ledigen; leeghalen; leegmaken; legen; onschuldig verklaren; opruimen; reinigen; ruimen; schoonmaken; schoonpoetsen; uithalen; uitmesten; uitruimen; uitschakelen; uitverkopen; verlossen; verrekenen; vrijmaken; vrijpleiten; vrijspraak bepleiten; vrijspreken; vrijvechten; wissen; zuiveren
|
dim
|
|
bedoezelen; dimmen
|
faint
|
|
flauwvallen; in katzwijm vallen; wegraken; zwijmelen
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
ashen
|
bleek; bleek van gelaatskleur; wit
|
asgrauw; blank; doodsbleek; grauw; lijkbleek; lijkwit; sneeuwwit; spierwit; vaal; wit; wit van huidskleur
|
bland
|
bleek; flauw; flets; verschoten
|
charmant; flauw; genegenheid opwekkend; innemend; karakterloos; laf; minzaam; poeslief; slap; smakeloos; stijlloos; zonder karakter; zonder zout; zoutloos
|
colorless
|
blank; bleek; kleurloos; ongekleurd
|
verveloos
|
colourless
|
blank; bleek; kleurloos; ongekleurd
|
verveloos
|
dim
|
bleek; flauw; flets; verschoten
|
flauw; laf; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; schemerachtig; schemerig; schimmig; vaag; vagelijk; wazig; zonder zout; zoutloos
|
faded
|
bleek; flauw; flets; verschoten
|
verdord; verlept; verwelkt
|
faint
|
bleek; flauw; flets; verschoten
|
afgedempt; bleekjes; flauw; flauwtjes; gedempt; halfluid; laf; mistig; nevelachtig; niet helder; onduidelijk; onhelder; pips; schemerig; schimmig; slap; slapjes; vaag; vagelijk; wazig; wee; ziekelijk; zonder zout; zoutloos; zwak; zwakjes
|
lurid
|
bleek; flauw; flets; verschoten
|
|
pale
|
blank; bleek; bleek van gelaatskleur; flauw; flets; kleurloos; ongekleurd; pips; verschoten; wit
|
blank; bleekjes; pips; slap; slapjes; wee; wit; wit van huidskleur; ziekelijk; zwak
|
sallow
|
bleek; flauw; flets; verschoten
|
bevlekt; vlekkig
|
white
|
bleek; bleek van gelaatskleur; wit
|
blank; wit; wit van huidskleur
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
clear
|
blank; bleek; kleurloos; ongekleurd
|
aanschouwelijk; af; afgedaan; afgelopen; begrijpelijk; bevattelijk; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; direct; doorschijnend; doorzichtig; duidelijk; duidelijk klinkend; fideel; flagrant; fleurig; geestig; gereed; geëindigd; helder; helderklinkend; herkenbaar; inzichtelijk; jolig; klaar; klaar als een klontje; klare; kleurig; kwiek; levendig; loos; lustig; monter; onbewolkt; onmiskenbaar; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; over; overduidelijk; recht door zee; regelrecht; transparant; uit; uitgelaten; verhelderend; verstaanbaar; voltooid; voorbij; vrij; vrolijk; wakker; welgemoed; zo klaar als een klontje; zonder taak; zonneklaar; zonnig
|
drained of colour
|
bleek; bleek van gelaatskleur; wit
|
blank; wit; wit van huidskleur
|
off colour
|
bleek; pips
|
|
washed out
|
bleek; flauw; flets; pips; verschoten
|
blank; futloos; lamlendig; lusteloos; mat; slap; wit; wit van huidskleur
|