Summary
Dutch to English: more detail...
- boodschappen:
- boodschap:
-
Wiktionary:
- boodschappen → groceries
- boodschap → message
- boodschap → commission, percentage, proceeds, subcommittee, errand, charge, entrustment, job, mandate, trust, appointment, authorization
Dutch
Detailed Translations for boodschappen from Dutch to English
boodschappen:
-
de boodschappen (mededelingen dichtbij)
-
de boodschappen (inkopen)
-
de boodschappen (mededelingen veraf)
Translation Matrix for boodschappen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
errands | boodschappen; mededelingen veraf | |
messages | boodschappen; mededelingen dichtbij | woorden |
purchases | boodschappen; inkopen |
Related Words for "boodschappen":
Wiktionary Translations for boodschappen:
boodschappen
plural
-
commodities sold by a grocer or in a grocery
boodschappen form of boodschap:
-
de boodschap (mededeling; bericht; vermelding; uitspraak; opgave; gewag; melding; verwittiging; tijding; bekendmaking; relaas)
-
de boodschap (aankoop; acquisitie; aanschaf; aanwinst; aangekochte; koop)
-
de boodschap (bericht)
Translation Matrix for boodschap:
Related Words for "boodschap":
Wiktionary Translations for boodschap:
boodschap
Cross Translation:
noun
boodschap
-
overgebracht bericht
- boodschap → message
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• boodschap | → commission; percentage; proceeds; subcommittee; errand; charge; entrustment; job; mandate; trust; appointment; authorization | ↔ commission — mandat, charge que l’on donner à quelqu’un de faire quelque chose. |