Noun | Related Translations | Other Translations |
grant
|
|
beurs; stipendium; studiebeurs; studietoelage
|
offer
|
|
aanbieding; aanbod; bod; koopje; motie; offerte; overhandiging; prijsopgave; propositie; voorstel; voorstel doen
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
bestow
|
cadeau doen; cadeau geven; schenken
|
|
give
|
cadeau doen; cadeau geven; schenken
|
aanbieden; aangeven; aanreiken; afgeven; afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; declareren; doneren; geven; gunnen; iets toekennen; overgeven; overhandigen; reiken; rondbrengen; schenken; thuisbezorgen; toebedelen; toekennen; toesteken; toewijzen; verlenen; verstrekken
|
give a present
|
cadeau doen; cadeau geven; schenken
|
|
grant
|
cadeau doen; cadeau geven; schenken
|
akkoord gaan; dulden; duren; goedkeuren; goedvinden; gunnen; instemmen; inwilligen; laten; ondervragen; overhoren; permitteren; toekennen; toelaten; toestaan; toestemmen; uithoren; uitvragen; vergunnen; verhoren; verlenen
|
offer
|
cadeau doen; cadeau geven; schenken
|
aanbieden; aangeven; aanreiken; afgeven; beloven; bieden; geven; indienen; laten zien; offreren; overgeven; overhandigen; presenteren; toesteken; toezeggen; tonen; uitloven; vertonen
|