Noun | Related Translations | Other Translations |
annoyance
|
chagrijn; ergernis
|
aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen
|
chagrin
|
chagrijn; ergernis
|
aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen
|
curmudgeon
|
chagrijn; zuurpruim
|
kniesoor; schrielhannes
|
moper
|
chagrijn; spelbreker
|
druil; druiloortje
|
peevish person
|
chagrijn; zuurpruim
|
gemelijke kerel; nijdas
|
sourpuss
|
chagrijn; zuurpruim
|
sjacherijn
|
vexation
|
chagrijn; ergernis
|
aanstoot; aanvechting; bekoring; ergernis; irritatie; korzeligheid; misnoegen; seductie; temptatie; verleiding; verlokking; verovering; verzoeking
|
wet
|
chagrijn; spelbreker
|
schlemiel; slemiel; slungel; sukkel; watje
|
wet blanket
|
chagrijn; spelbreker
|
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
wet
|
|
afbetten; begieten; besproeien; bespuiten; betten; bevochtigen; deppen; nat maken; sproeien; water geven
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
wet
|
|
humide; met neerslag; nat; regenachtig; vochtig
|