Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. dienstvaardigheid:
  2. dienstvaardig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for dienstvaardigheid from Dutch to English

dienstvaardigheid:


dienstvaardig:

dienstvaardig adj

  1. dienstvaardig

Translation Matrix for dienstvaardig:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
obliging dienstvaardig aanspreekbaar; behulpzaam; beleefd; benaderbaar; bereidvaardig; bereidwillig; beschaafd; dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; gedwee; gemanierd; genaakbaar; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; tegemoetkomend; toegankelijk; toegeeflijk; toegevend; toeschietelijk; verplichtend; voorkomend; vriendelijke; wellevend; welopgevoed; welwillend; willig

Related Words for "dienstvaardig":


Wiktionary Translations for dienstvaardig:


Cross Translation:
FromToVia
dienstvaardig obliging; helpful serviable — Qui aimer à rendre service, qui rend service, aidant.