Summary
Dutch
Detailed Translations for discipels from Dutch to English
discipels form of discipel:
Translation Matrix for discipel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
disciple | aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volger | jongmaat; leerknecht; maatje; pupil; volgelinge |
follower | aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volger | imitator; jongmaat; leerknecht; maatje; meeloopster; nabootser; namaker; navolger; pupil; vervalser; volgelinge |
imitator | aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volger | imitator; nabootser; namaker; navolger; vervalser |
pupil | aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volger | jonge leerling; jongmaat; jongmaatje; leerknecht; leerling; maatje; pupil; scholier; studente; vrouwelijke student |
shadower | aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volger |
Related Words for "discipel":
External Machine Translations: