Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. doorbladeren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for doorbladeren from Dutch to English

doorbladeren:

doorbladeren verb (blader door, bladert door, bladerde door, bladerden door, doorgebladerd)

  1. doorbladeren
  2. doorbladeren (bladeren)
    to turn over the leaves
    • turn over the leaves verb (turns over the leaves, turned over the leaves, turning over the leaves)

Conjugations for doorbladeren:

o.t.t.
  1. blader door
  2. bladert door
  3. bladert door
  4. bladeren door
  5. bladeren door
  6. bladeren door
o.v.t.
  1. bladerde door
  2. bladerde door
  3. bladerde door
  4. bladerden door
  5. bladerden door
  6. bladerden door
v.t.t.
  1. heb doorgebladerd
  2. hebt doorgebladerd
  3. heeft doorgebladerd
  4. hebben doorgebladerd
  5. hebben doorgebladerd
  6. hebben doorgebladerd
v.v.t.
  1. had doorgebladerd
  2. had doorgebladerd
  3. had doorgebladerd
  4. hadden doorgebladerd
  5. hadden doorgebladerd
  6. hadden doorgebladerd
o.t.t.t.
  1. zal doorbladeren
  2. zult doorbladeren
  3. zal doorbladeren
  4. zullen doorbladeren
  5. zullen doorbladeren
  6. zullen doorbladeren
o.v.t.t.
  1. zou doorbladeren
  2. zou doorbladeren
  3. zou doorbladeren
  4. zouden doorbladeren
  5. zouden doorbladeren
  6. zouden doorbladeren
en verder
  1. is doorgebladerd
  2. zijn doorgebladerd
diversen
  1. blader door!
  2. bladert door!
  3. doorgebladerd
  4. doorbladerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for doorbladeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
glance through doorbladeren
turn over the leaves bladeren; doorbladeren

Wiktionary Translations for doorbladeren:

doorbladeren
  1. to turn the pages of (a book) rapidly reading short sections at random
verb
  1. scan, casually look through
  2. turn several pages of a publication
  3. read quickly, skipping some detail