Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. doorfuiven:


Dutch

Detailed Translations for doorfuiven from Dutch to English

doorfuiven:

doorfuiven verb (fuif door, fuift door, fuifde door, fuifden door, doorgefuifd)

  1. doorfuiven
    to go on partying
    • go on partying verb (goes on partying, went on partying, going on partying)

Conjugations for doorfuiven:

o.t.t.
  1. fuif door
  2. fuift door
  3. fuift door
  4. fuifen door
  5. fuifen door
  6. fuifen door
o.v.t.
  1. fuifde door
  2. fuifde door
  3. fuifde door
  4. fuifden door
  5. fuifden door
  6. fuifden door
v.t.t.
  1. heb doorgefuifd
  2. hebt doorgefuifd
  3. heeft doorgefuifd
  4. hebben doorgefuifd
  5. hebben doorgefuifd
  6. hebben doorgefuifd
v.v.t.
  1. had doorgefuifd
  2. had doorgefuifd
  3. had doorgefuifd
  4. hadden doorgefuifd
  5. hadden doorgefuifd
  6. hadden doorgefuifd
o.t.t.t.
  1. zal doorfuiven
  2. zult doorfuiven
  3. zal doorfuiven
  4. zullen doorfuiven
  5. zullen doorfuiven
  6. zullen doorfuiven
o.v.t.t.
  1. zou doorfuiven
  2. zou doorfuiven
  3. zou doorfuiven
  4. zouden doorfuiven
  5. zouden doorfuiven
  6. zouden doorfuiven
diversen
  1. fuif door!
  2. fuift door!
  3. doorgefuifd
  4. doorfuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for doorfuiven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
go on partying doorfuiven

External Machine Translations: