Dutch
Detailed Translations for doorvaart from Dutch to English
doorvaart:
Translation Matrix for doorvaart:
Noun | Related Translations | Other Translations |
passage | doortocht; doorvaart | corridor; doorgang; doorloop; doorrit; gang; gangpad; hal; overloop; overtocht; overvaart; passage; passus; portaal; tochtje; toertje; trip; uitje; uitstapje; verbindingsgang; zeereis |
Related Words for "doorvaart":
doorvaart form of doorvaren:
-
doorvaren
Conjugations for doorvaren:
o.t.t.
- vaar door
- vaart door
- vaart door
- varen door
- varen door
- varen door
o.v.t.
- voer door
- voer door
- voer door
- voeren door
- voeren door
- voeren door
v.t.t.
- ben doorgevaard
- bent doorgevaard
- is doorgevaard
- zijn doorgevaard
- zijn doorgevaard
- zijn doorgevaard
v.v.t.
- was doorgevaard
- was doorgevaard
- was doorgevaard
- waren doorgevaard
- waren doorgevaard
- waren doorgevaard
o.t.t.t.
- zal doorvaren
- zult doorvaren
- zal doorvaren
- zullen doorvaren
- zullen doorvaren
- zullen doorvaren
o.v.t.t.
- zou doorvaren
- zou doorvaren
- zou doorvaren
- zouden doorvaren
- zouden doorvaren
- zouden doorvaren
diversen
- vaar door!
- vaart door!
- doorgevaard
- doorvarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for doorvaren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
pass through | doorvaren | doorheen reizen; doorreizen; reizen door |
pass through by boat | doorvaren | |
travel through | doorvaren | doorheen reizen; doorreizen; reizen door |