Noun | Related Translations | Other Translations |
bend
|
bocht; draai; kromming; kromte; kronkel; ronding
|
buiging; kromming
|
camber
|
bocht; draai; kromming; kronkel; ronding
|
boog; uitbouw; welving; wielvlucht
|
coil
|
draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming
|
haspel; klos; snoerspoel; spiraal; spoel; werktuig om garen te winden; winder; winding
|
curvature
|
bocht; draai; kromming; kronkel; ronding
|
boog; uitbouw; welving
|
curve
|
bocht; draai; kromming; kromte; kronkel; ronding
|
boog; buiging; kromme; kromming; uitbouw; welving; zwenking
|
inversion
|
draai; omdraaiing; wending
|
inversie; omkering van de woordvolgorde
|
joint
|
draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming
|
geleding; gelid; gewricht; gewrichtsknobbel; las; lasnaad; rij manschappen; stickie; verbinding van beenderen; verbinding van lichaamsdelen; welnaad
|
kink
|
draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming
|
knak; knik
|
loop
|
draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming
|
lus
|
looping
|
draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming
|
looping
|
perversion
|
draai; kronkel; twist; verdraaiing
|
|
rotation
|
draai; omdraaiing; wending
|
draaien; draaiing; ommekeer; omwenteling; revolutie; rotatie; totale verandering; wenteling
|
slip knot
|
draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming
|
|
spiral
|
draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming
|
spiraal; spiraalvorm
|
tag
|
draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming
|
code; etiket; krijgertje; label; notitiemarkering; ophanglus; plakker; plakkertje; sticker; tag; tikkertje
|
torsion
|
draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming
|
torsie; wringing
|
turn
|
bocht; draai; kromming; kromte; omdraaiing; wending
|
beurt; haspel; keer; keerpunt; kentering; klos; ommekeer; ommezwaai; omwenteling; richtingsverandering; rondje; spelletje; spoel; verandering; wending; werktuig om garen te winden; winder; winding; zwenking
|
twist
|
draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming
|
dispuut; meningsverschil; onenigheid; woordenwisseling
|
twisting
|
draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming; twist; verdraaiing
|
buiging; draaiing; verrekking
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
bend
|
|
buigen; doen buigen; doorbuigen; doorzakken; krom buigen; krombuigen; kromtrekken; ombuigen; verbuigen
|
coil
|
|
in kringetjes ronddraaien; kringelen
|
curve
|
|
buigen; eer betuigen; krom buigen; krommen; welven
|
loop
|
|
herhalen
|
tag
|
|
aanroeren; aanstippen; een melding geven; etiketteren; even aanraken; taggen
|
turn
|
|
afslaan; draaien; iets omdraaien; kantelen; kenteren; keren; ombladeren; omdraaien; omkeren; omslaan; omtrekken; omwenden; rollen; ronddraaien; rondtollen; roteren; tollen; verbitteren; vergrammen; wenden; wentelen; zwenken
|
twist
|
|
bakkeleien; bekvechten; draaien; hakketakken; iets omdraaien; kantelen; omkeren; rollen; ronddraaien; roteren; ruzieën; twisten; verwringen; wentelen; zich wringen
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
joint
|
|
aaneengesloten; algemeen; een eenheid vormend; gemeenschappelijk; meer personen betreffend; samenhangend; verbonden; verenigd
|
spiral
|
|
schroefvormig; spiraalvormig
|
twisting
|
|
bochtig; kronkelend; kronkelig; slingerend
|