Dutch
Detailed Translations for eerder beginnen from Dutch to English
eerder beginnen:
-
eerder beginnen
Conjugations for eerder beginnen:
o.t.t.
- begin eerder
- begint eerder
- begint eerder
- beginnen eerder
- beginnen eerder
- beginnen eerder
o.v.t.
- begon eerder
- begon eerder
- begon eerder
- begonnen eerder
- begonnen eerder
- begonnen eerder
v.t.t.
- ben eerder begonnen
- bent eerder begonnen
- is eerder begonnen
- zijn eerder begonnen
- zijn eerder begonnen
- zijn eerder begonnen
v.v.t.
- was eerder begonnen
- was eerder begonnen
- was eerder begonnen
- waren eerder begonnen
- waren eerder begonnen
- waren eerder begonnen
o.t.t.t.
- zal eerder beginnen
- zult eerder beginnen
- zal eerder beginnen
- zullen eerder beginnen
- zullen eerder beginnen
- zullen eerder beginnen
o.v.t.t.
- zou eerder beginnen
- zou eerder beginnen
- zou eerder beginnen
- zouden eerder beginnen
- zouden eerder beginnen
- zouden eerder beginnen
diversen
- begin eerder!
- begint eerder!
- eerder begonnen
- eerder beginnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for eerder beginnen:
| Verb | Related Translations | Other Translations |
| begin sooner | eerder beginnen | |
| start sooner | eerder beginnen |