Dutch

Detailed Translations for eindeloos from Dutch to English

eindeloos:


Translation Matrix for eindeloos:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
endless altijddurend; eeuwig; eeuwigdurend; eindeloos; ellenlang; ontzettend lang; waar geen eind aan komt
eternal eindeloos; ellenlang; oneindig; ontzettend lang; waar geen eind aan komt; zonder einde eeuwig; onvergankelijk
everlasting altijddurend; eeuwig; eeuwigdurend; eindeloos; ellenlang; ontzettend lang; waar geen eind aan komt aldoor; almaar; altijddurend; blijvend; constant; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; onvergankelijk; steeds; telkens; voortdurend
incessant eindeloos; ellenlang; ontzettend lang; waar geen eind aan komt
infinite eindeloos; ellenlang; ontzettend lang; waar geen eind aan komt grenzeloos; immens; onbegrensd; onbeperkt; onmetelijk; ontzaglijk; peilloos
interminable eindeloos; ellenlang; ontzettend lang; waar geen eind aan komt
lengthy eindeloos; ellenlang; ontzettend lang; waar geen eind aan komt ampel; breedsprakig; breedvoerig; langaanhoudend; langdradig; langdurig; omslachtig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig; vervelend; wijdlopig
never-ending eindeloos; ellenlang; ontzettend lang; waar geen eind aan komt
perpetual altijddurend; eeuwig; eeuwigdurend; eindeloos; ellenlang; ontzettend lang; waar geen eind aan komt altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig
unending eindeloos; ellenlang; ontzettend lang; waar geen eind aan komt altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
very long eindeloos; ellenlang; ontzettend lang; waar geen eind aan komt

Related Words for "eindeloos":


Wiktionary Translations for eindeloos:

eindeloos
adjective
  1. figuratively, very large
  2. boundless, endless
  3. Continuing indefinitely
  4. lasting forever
  5. having no end
adverb
  1. (colloquially) for an excessively long time

Cross Translation:
FromToVia
eindeloos infinite; everlasting; endless; indefinite; interminable infini — Qui n’a ni commencement ni fin, qui est sans bornes et sans limites.
eindeloos perpetual; everlasting; eternal; constant; invariable; inveterate; endless; indefinite; infinite; interminable perpétuel — Qui ne cesser pas ; qui durer toujours.