Dutch
Detailed Translations for erop ingaan from Dutch to English
erop ingaan:
-
erop ingaan (reageren op; ingaan op)
Conjugations for erop ingaan:
o.t.t.
- ga erop in
- gaat erop in
- gaat erop in
- gaan erop in
- gaan erop in
- gaan erop in
o.v.t.
- ging erop in
- ging erop in
- ging erop in
- gingen erop in
- gingen erop in
- gingen erop in
v.t.t.
- ben erop ingegaan
- bent erop ingegaan
- is erop ingegaan
- zijn erop ingegaan
- zijn erop ingegaan
- zijn erop ingegaan
v.v.t.
- was erop ingegaan
- was erop ingegaan
- was erop ingegaan
- waren erop ingegaan
- waren erop ingegaan
- waren erop ingegaan
o.t.t.t.
- zal erop ingaan
- zult erop ingaan
- zal erop ingaan
- zullen erop ingaan
- zullen erop ingaan
- zullen erop ingaan
o.v.t.t.
- zou erop ingaan
- zou erop ingaan
- zou erop ingaan
- zouden erop ingaan
- zouden erop ingaan
- zouden erop ingaan
diversen
- ga erop in!
- gaat erop in!
- erop ingegaan
- erop ingaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for erop ingaan:
Verb | Related Translations | Other Translations |
react to | erop ingaan; ingaan op; reageren op | ingaan; reageren |