Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. franje:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for franje from Dutch to English

franje:

franje [de ~] noun

  1. de franje (versiering van rafels)
    the frills; the fringe; the trimmings; the ravel; the trimming
  2. de franje (poespas)
    the fuss

Translation Matrix for franje:

NounRelated TranslationsOther Translations
frills franje; versiering van rafels tierelantijntje; tierelantijntjes
fringe franje; versiering van rafels boordsel; galon; haardracht; omzoming; oplegsel; passement; pony; tres
fuss franje; poespas deining; drukte; gechicaneer; geharrewar; gelazer; geluid; heisa; kouwe drukte; krakeel; narigheid; omslachtigheid; ophef; rompslomp; rumoer; trammelant; veel gedoe
ravel franje; versiering van rafels rafel
trimming franje; versiering van rafels boordsel; bordgarneersel; galon; garneersel; gesnoei; omzoming; oplegsel; opsieren; opsmukken; passement; passementerie; tres; versierende omzoming; zich mooi maken
trimmings franje; versiering van rafels garneringen; garnituur; gerechtsdecoratie; versieringen
VerbRelated TranslationsOther Translations
fringe zomen

Related Words for "franje":


Wiktionary Translations for franje:

franje
noun
  1. light or dark band formed by the diffraction of light
  2. a decorative border
  3. loose hairs at the end of a braid

Cross Translation:
FromToVia
franje fringe frange — bordure effilochée décorative