Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. gebroken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gebrokenheid from Dutch to English

gebroken:


Translation Matrix for gebroken:

NounRelated TranslationsOther Translations
bust inval; politie-inval
VerbRelated TranslationsOther Translations
finished ten einde zijn
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
broken aan scherven; aan stukken; defect; gebroken; geradbraakt; geruineerd; in stukken; kapot; naar de knoppen; onklaar; stuk; stukgebroken; verbroken beschadigd; gebarsten; geknikt; kapot; stuk
bust aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk
defective aan stukken; defect; gebroken; geruineerd; in stukken; kapot; naar de knoppen; onklaar; stuk gebrekkig; ondeugdelijk
exhausted gebroken; geradbraakt afgemat; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; hondsmoe; op; oververmoeid; uitgeput; uitgeteld
finished aan stukken; defect; gebroken; in stukken; kapot; onklaar; stuk af; afgedaan; afgelopen; afgemat; beëindigd; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; doorgekookt; gaar; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; hondsmoe; klaar; op; over; uit; volbracht; voltooid; voorbij
ruined aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk te gronde; vernield; verwoest
shattered gebroken; geradbraakt aan gruzelementen
torn aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk bankroet; beschadigd; failliet; gebarsten; geruineerd; gescheurd; kapot; stuk; verscheurd
ModifierRelated TranslationsOther Translations
in pieces aan stukken; defect; gebroken; in stukken; kapot; onklaar; stuk
on the blink aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk
out of order aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk buiten gebruik; defect; onklaar; stuk
to pieces aan scherven; aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk aan flarden; bankroet; beschadigd; failliet; gebarsten; geruineerd; kapot; stuk

Related Words for "gebroken":

  • gebrokenheid

Wiktionary Translations for gebroken:

gebroken
adjective
  1. poorly spoken
  2. completely defeated and dispirited
  3. of skin: split or ruptured
  4. having the bone in pieces, fractured
  5. fragmented