Verb | Related Translations | Other Translations |
complete
|
|
afkrijgen; afmaken; afronden; afwerken; beëindigen; compleet maken; completeren; een einde maken aan; klaarkrijgen; klaarmaken; perfectioneren; vervolledigen; vervolmaken; volbrengen; volledig maken; volmaken; voltooien
|
finished
|
|
ten einde zijn
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
accomplished
|
af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
|
af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
|
complete
|
af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
|
afgerond; algeheel; allemaal; alles; compleet; gecompleteerd; helemaal; kompleet; plenair; totaal; volkomen; volledig; volslagen; voltallig
|
completed
|
af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; volbracht; voltooid; voorbij
|
af; afgedaan; afgelopen; afgerond; gecompleteerd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; uitgevoerd; verricht; voleindigd; voltooid; voorbij
|
done
|
af; beëindigd; doorgekookt; gaar; gedaan; gereed; klaar; volbracht
|
afgehandeld; afgemat; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; duidelijk; flagrant; hondsmoe; op; overduidelijk; zo klaar als een klontje; zonneklaar
|
finished
|
af; afgelopen; beëindigd; doorgekookt; gaar; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; volbracht; voltooid; voorbij
|
aan stukken; af; afgedaan; afgelopen; afgemat; defect; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; gebroken; gereed; geëindigd; hondsmoe; in stukken; kapot; klaar; onklaar; op; over; stuk; uit; voltooid; voorbij
|
ready
|
af; afgelopen; beëindigd; doorgekookt; gaar; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
|
af; afgedaan; afgelopen; bereidvaardig; bereidwillig; gedwee; gereed; gewillig; geëindigd; inschikkelijk; klaar; meegaand; over; paraat; soepel; toegeeflijk; toegevend; uit; voltooid; voorbij; welwillend
|
Other | Related Translations | Other Translations |
done
|
|
akkoord; oké
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
achieved
|
af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
|
af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
|
cooked-through
|
doorgekookt; gaar; gedaan; gereed
|
|
off
|
af; beëindigd; gedaan; gereed; klaar; volbracht
|
eraf; ernaast; ervandoor; ervantussen; fout; foutief; mis; onjuist; onwaar; ten onrechte; uit; vanaf deze plaats; verkeerd; weg
|
over
|
af; afgelopen; beëindigd; doorgekookt; gaar; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
|
af; afgedaan; afgelopen; boven; bovenop; erboven; gepasseerd; gereed; geëindigd; klaar; omver; over; overheen; uit; voltooid; voorbij
|