Dutch
Detailed Translations for gekanker from Dutch to English
gekanker:
Translation Matrix for gekanker:
Noun | Related Translations | Other Translations |
complaining | gekanker; geklaag; gemekker | beklag; klacht indienen |
complaint | gekanker; geklaag; gemekker | aanklacht; beschuldiging; bezwaar; grief; het klagen; jammerklacht; klacht; kwaal; ongemak; slepende ziekte; stoornis; tenlastelegging; weeklacht; ziekte |
jeering | gekanker; gescheld | belediging; beschimping; geschimp; hoon; hoongelach; schamp; spot |
making complaints | gekanker; geklaag; gemekker | |
sneering | gekanker; gescheld | aanfluiting; bespotting; gegrijns; geschimp; gespot; hoon; ironie; sarcasme; smaad; spot; spotternij |
Verb | Related Translations | Other Translations |
complaint | klagen; zeuren | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
complaining | beklagend; chagrijnig; gemelijk; humeurig; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; klagerig; knorrig; lamenterend; negatief; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; weeklagend; zeurderig | |
sneering | honend; hooghartig; minachtend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend |