Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. geolied:
  2. oliën:
  3. Wiktionary:
    • oliën → oil


Dutch

Detailed Translations for geolied from Dutch to English

geolied:

geolied adj

  1. geolied

Translation Matrix for geolied:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
oiled geolied ge-olied; gesmeerd
ModifierRelated TranslationsOther Translations
smeared geolied uitgelopen

geolied form of oliën:

oliën verb (olie, oliet, oliede, olieden, geolied)

  1. oliën (invetten; smeren; inoliën)
    to smear; to lubricate; to grease; to rub in; to oil
    • smear verb (smears, smeared, smearing)
    • lubricate verb (lubricates, lubricated, lubricating)
    • grease verb (greases, greased, greasing)
    • rub in verb (rubs in, rubbed in, rubbing in)
    • oil verb (oils, oiled, oiling)

Conjugations for oliën:

o.t.t.
  1. olie
  2. oliet
  3. oliet
  4. oliën
  5. oliën
  6. oliën
o.v.t.
  1. oliede
  2. oliede
  3. oliede
  4. olieden
  5. olieden
  6. olieden
v.t.t.
  1. ben geolied
  2. bent geolied
  3. is geolied
  4. zijn geolied
  5. zijn geolied
  6. zijn geolied
v.v.t.
  1. was geolied
  2. was geolied
  3. was geolied
  4. waren geolied
  5. waren geolied
  6. waren geolied
o.t.t.t.
  1. zal oliën
  2. zult oliën
  3. zal oliën
  4. zullen oliën
  5. zullen oliën
  6. zullen oliën
o.v.t.t.
  1. zou oliën
  2. zou oliën
  3. zou oliën
  4. zouden oliën
  5. zouden oliën
  6. zouden oliën
en verder
  1. heb geolied
  2. hebt geolied
  3. heeft geolied
  4. hebben geolied
  5. hebben geolied
  6. hebben geolied
diversen
  1. olie!
  2. oliet!
  3. geolied
  4. oliënd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for oliën:

NounRelated TranslationsOther Translations
grease olie; reuzel; smeer; vet
oil aardolie; motorolie; olie
smear uitstrijkje
VerbRelated TranslationsOther Translations
grease inoliën; invetten; oliën; smeren afreizen; doorsmeren; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken
lubricate inoliën; invetten; oliën; smeren doorsmeren
oil inoliën; invetten; oliën; smeren doorsmeren
rub in inoliën; invetten; oliën; smeren afreizen; fouten benadrukken; heengaan; insmeren; uitwrijven; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken
smear inoliën; invetten; oliën; smeren afreizen; bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken

Wiktionary Translations for oliën:

oliën
verb
  1. met olie bewerken
    • oliënoil
oliën
verb
  1. to grease with oil for cooking
  2. lubricate with oil