Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. gepeperd:


Dutch

Detailed Translations for gepeperd from Dutch to English

gepeperd:

gepeperd adj

  1. gepeperd (gekruid; kruidig; hartig; pittig)
  2. gepeperd (gekruid; pittig; heet; pikant; hartig)

Translation Matrix for gepeperd:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
peppery gekruid; gepeperd; hartig; heet; pikant; pittig
seasoned gekruid; gepeperd; hartig; heet; pikant; pittig belegen; door en door; doorgewinterd; doorgewinterde; doorkneed; geroutineerd; geslepen; uitgeslapen
spicy gekruid; gepeperd; hartig; heet; kruidig; pikant; pittig hartig; heet; pikant; scherp; scherp van smaak; stout; zoutig
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
- scherp
ModifierRelated TranslationsOther Translations
peppered gekruid; gepeperd; hartig; heet; pikant; pittig
spiced gekruid; gepeperd; hartig; heet; kruidig; pikant; pittig heet; pikant; scherp; scherp van smaak

Synonyms for "gepeperd":


Related Definitions for "gepeperd":

  1. met veel peper erin1
    • het vlees was sterk gepeperd1