Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate hakje

Translate hakje from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

hak:
- gash; slash
Wiktionary:
- hak → mattock, hoe, heel
- hak → heel, scar, hoe, spud

Dutch

Detailed Translations for hakje from Dutch to English

hakje:

Related Words for "hakje":

hakjes, hak

hakje form of hak:

hak [de ~ (m)] noun

de hak (slag met een scherp werktuig; houw)
the gash; the slash
- gash [the ~] noun
- slash [the ~] noun

Translation Matrix for hak:

Noun	Related Translations	Other Translations
gash	hak; houw; slag met een scherp werktuig	barst; gat; groef; houwen; inkeping; inkerving; insnijding; jaap; japen; keep; kerf; kloof; opening; reet; scheur; snede; sneden; snee; split; uitsparing
slash	hak; houw; slag met een scherp werktuig	inkeping; inkerving; insnijding; jaap; keep; kerf; slash; snede; snee; split
Verb	Related Translations	Other Translations
slash		in hout schrijven; kerven

Related Words for "hak":

hakken, haken, hakje

Wiktionary Translations for hak:

hak

noun

agricultural tool
- mattock; hoe → hak; schoffel
part of shoe
- heel → hak

Cross Translation:

From	To	Via
• hak	→ heel	↔ Absatz — Bekleidung: der erhöhte Teil der Schuhsohle am hinteren Schuhende
• hak	→ scar	↔ balafre — Longue entaille, plaie faite particulièrement au visage.
• hak	→ hoe; spud	↔ houe — agriculture\|fr jardinage\|fr instrument de fer, large et recourber, qui a un manche de bois, et avec lequel on remuer la terre en la tirant vers soi.

External Machine Translations: