Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. handdruk:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for handdruk from Dutch to English

handdruk:

handdruk [de ~ (m)] noun

  1. de handdruk
    the handshake; the hand

Translation Matrix for handdruk:

NounRelated TranslationsOther Translations
hand handdruk arbeider; arbeidskracht; boerenknecht; hand; handje; hulpje; jat; klauw; klerk; knecht; knuist; medewerker; personeelslid; poot; werker; werkkracht; werkman; werknemer; wijzer
handshake handdruk handshake
VerbRelated TranslationsOther Translations
hand aanbieden; aangeven; aanreiken; afgeven; geven; overgeven; overhandigen; reiken; toesteken

Related Words for "handdruk":

  • handdrukken

Wiktionary Translations for handdruk:

handdruk
noun
  1. het drukken of schudden van de hand bij begroeting, felicitatie enz
handdruk
noun
  1. grasping of hands by two people
  2. fastener or holder

Cross Translation:
FromToVia
handdruk handshake poignée de mainmode de salutation qui consiste à serrer la main de son interlocuteur, en l'accueillant ou en le quittant.