Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate heerlijkheden

Translate heerlijkheden from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

heerlijkheden:
- delicacies; dainties; delicious things
heerlijkheid:
- bliss; glory; blessedness; magnificence; happiness; deliciousness; joy; well-being; delicacies
Wiktionary:
- heerlijkheid → fiefdom, deliciousness

Dutch

Detailed Translations for heerlijkheden from Dutch to English

heerlijkheden:

heerlijkheden [de ~] noun, plural

de heerlijkheden (lekkere spijzen)
the delicacies; the dainties; the delicious things
- delicacies [the ~] noun
- dainties [the ~] noun
- delicious things [the ~] noun

Translation Matrix for heerlijkheden:

Noun	Related Translations	Other Translations
dainties	heerlijkheden; lekkere spijzen
delicacies	heerlijkheden; lekkere spijzen	heerlijkheid
delicious things	heerlijkheden; lekkere spijzen

Related Words for "heerlijkheden":

heerlijkheid

heerlijkheid:

heerlijkheid [de ~ (v)] noun

de heerlijkheid (gelukzaligheid)
the bliss; the glory; the blessedness; the magnificence; the happiness; the deliciousness; the joy; the well-being
- bliss [the ~] noun
- glory [the ~] noun
- blessedness [the ~] noun
- magnificence [the ~] noun
- happiness [the ~] noun
- deliciousness [the ~] noun
- joy [the ~] noun
- well-being [the ~] noun
de heerlijkheid
the delicacies
- delicacies [the ~] noun

Translation Matrix for heerlijkheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
blessedness	gelukzaligheid; heerlijkheid
bliss	gelukzaligheid; heerlijkheid	bof; geluk; geluk hebbend; verlossing; zaligheid
delicacies	heerlijkheid	heerlijkheden; lekkere spijzen
deliciousness	gelukzaligheid; heerlijkheid
glory	gelukzaligheid; heerlijkheid	befaamdheid; beroemdheid; glans; glorie; in de mode zijn; luister; populariteit; praal; pracht; pronk; roem
happiness	gelukzaligheid; heerlijkheid	blijheid; blijmoedigheid; bof; euforie; geluk; geluk hebbend; jolijt; opgewektheid; plezier; pret; verlossing; vreugde; vrolijkheid; welbehagen; zaligheid
joy	gelukzaligheid; heerlijkheid	aardigheid; blijheid; blijmoedigheid; bof; gein; geluk; geluk hebbend; geneugte; genieten; genoegen; genot; jolijt; jool; jubelkreten; jubels; keet; keurigheid; leut; lol; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pret; pretmakerij; properheid; smetteloosheid; vreugde; vreugdekreten; vreugdeschreeuwen; vrolijkheid
magnificence	gelukzaligheid; heerlijkheid
well-being	gelukzaligheid; heerlijkheid	euforie; heil; voorspoed; welbehagen; welzijn

Related Words for "heerlijkheid":

heerlijkheden, heerlijk

Wiktionary Translations for heerlijkheid:

heerlijkheid

noun

estate controlled by a feudal lord
- fiefdom → leengoed; leen; heerlijkheid
state or quality of being delicious
- deliciousness → heerlijkheid