Summary
Dutch
Detailed Translations for herwin from Dutch to English
herwinnen:
Conjugations for herwinnen:
o.t.t.
- herwin
- herwint
- herwint
- herwinnen
- herwinnen
- herwinnen
o.v.t.
- herwon
- herwon
- herwon
- herwonnen
- herwonnen
- herwonnen
v.t.t.
- heb herwonnen
- hebt herwonnen
- heeft herwonnen
- hebben herwonnen
- hebben herwonnen
- hebben herwonnen
v.v.t.
- had herwonnen
- had herwonnen
- had herwonnen
- hadden herwonnen
- hadden herwonnen
- hadden herwonnen
o.t.t.t.
- zal herwinnen
- zult herwinnen
- zal herwinnen
- zullen herwinnen
- zullen herwinnen
- zullen herwinnen
o.v.t.t.
- zou herwinnen
- zou herwinnen
- zou herwinnen
- zouden herwinnen
- zouden herwinnen
- zouden herwinnen
en verder
- is herwonnen
- zijn herwonnen
diversen
- herwin!
- herwint!
- herwonnen
- herwinnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for herwinnen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
recapture | herneming; herovering | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
recapture | herwinnen | heroveren |
reconquer | herwinnen | heroveren |
recoup | herwinnen | terugwinnen |
recover | herwinnen | activeren; bekomen; beteren; genezen; gezond worden; helen; herstellen; opleven; opwekken; reanimeren; terugwinnen; tot leven wekken; verlevendigen; zich hervinden |
regain | herwinnen | herkrijgen; heroveren; terugkrijgen; terugwinnen; weerkrijgen |
retake | herwinnen | herkrijgen; heroveren; terugkrijgen; weerkrijgen |
retrieve | herwinnen | aftreden; ophalen; terugtrekken; terugwinnen; uittreden |
win back | herwinnen | terugwinnen |
Wiktionary Translations for herwinnen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• herwinnen | → earn back; regain; win back; recoup; recover; catch up with | ↔ rattraper — reprendre ; ressaisir. |
• herwinnen | → recover; heal; reclaim; recoup; regain | ↔ recouvrer — retrouver, rentrer en possession ; acquérir de nouveau une chose qu’on perdre. |
• herwinnen | → reoccupy; earn back; regain; win back; recoup; recover; reclaim | ↔ regagner — gagner ce qu’on perdre. |
• herwinnen | → take; regain | ↔ reprendre — Prendre de nouveau. (Sens général) |