Dutch
Detailed Translations for imploderen from Dutch to English
imploderen:
-
imploderen (instorten)
Translation Matrix for imploderen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
crash down | afstorten; neerstorten | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
crash down | imploderen; instorten | doen neerstorten; naar beneden storten; neerstorten; omlaagstorten; vallen |
fall down | imploderen; instorten | iemand neerslaan; naar beneden storten; naar beneden vallen; neerstorten; neervallen; omlaagvallen; omslaan; op de grond vallen; vallen; vloeren |
implode | imploderen; instorten |