Dutch
Detailed Translations for inneem from Dutch to English
inneem form of innemen:
-
innemen (medicijn innemen)
-
innemen (kleding inkorten)
Conjugations for innemen:
o.t.t.
- neem in
- neemt in
- neemt in
- nemen in
- nemen in
- nemen in
o.v.t.
- nam in
- nam in
- nam in
- namen in
- namen in
- namen in
v.t.t.
- ben ingenomen
- bent ingenomen
- is ingenomen
- zijn ingenomen
- zijn ingenomen
- zijn ingenomen
v.v.t.
- was ingenomen
- was ingenomen
- was ingenomen
- waren ingenomen
- waren ingenomen
- waren ingenomen
o.t.t.t.
- zal innemen
- zult innemen
- zal innemen
- zullen innemen
- zullen innemen
- zullen innemen
o.v.t.t.
- zou innemen
- zou innemen
- zou innemen
- zouden innemen
- zouden innemen
- zouden innemen
en verder
- heb ingenomen
- hebt ingenomen
- heeft ingenomen
- hebben ingenomen
- hebben ingenomen
- hebben ingenomen
diversen
- neem in!
- neemt in!
- ingenomen
- innemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze