Dutch
Detailed Translations for inpalm from Dutch to English
inpalmen:
-
inpalmen (inpakken)
Conjugations for inpalmen:
o.t.t.
- palm in
- palmt in
- palmt in
- palmen in
- palmen in
- palmen in
o.v.t.
- palmde in
- palmde in
- palmde in
- palmden in
- palmden in
- palmden in
v.t.t.
- heb ingepalmd
- hebt ingepalmd
- heeft ingepalmd
- hebben ingepalmd
- hebben ingepalmd
- hebben ingepalmd
v.v.t.
- had ingepalmd
- had ingepalmd
- had ingepalmd
- hadden ingepalmd
- hadden ingepalmd
- hadden ingepalmd
o.t.t.t.
- zal inpalmen
- zult inpalmen
- zal inpalmen
- zullen inpalmen
- zullen inpalmen
- zullen inpalmen
o.v.t.t.
- zou inpalmen
- zou inpalmen
- zou inpalmen
- zouden inpalmen
- zouden inpalmen
- zouden inpalmen
en verder
- ben ingepalmd
- bent ingepalmd
- is ingepalmd
- zijn ingepalmd
- zijn ingepalmd
- zijn ingepalmd
diversen
- palm in!
- palmt in!
- ingepalmd
- inpalmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze