Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. jodelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for jodelen from Dutch to English

jodelen:

jodelen verb (jodel, jodelt, jodelde, jodelden, gejodeld)

  1. jodelen
    to yodel
    • yodel verb (yodels, yodeled, yodeling)

Conjugations for jodelen:

o.t.t.
  1. jodel
  2. jodelt
  3. jodelt
  4. jodelen
  5. jodelen
  6. jodelen
o.v.t.
  1. jodelde
  2. jodelde
  3. jodelde
  4. jodelden
  5. jodelden
  6. jodelden
v.t.t.
  1. heb gejodeld
  2. hebt gejodeld
  3. heeft gejodeld
  4. hebben gejodeld
  5. hebben gejodeld
  6. hebben gejodeld
v.v.t.
  1. had gejodeld
  2. had gejodeld
  3. had gejodeld
  4. hadden gejodeld
  5. hadden gejodeld
  6. hadden gejodeld
o.t.t.t.
  1. zal jodelen
  2. zult jodelen
  3. zal jodelen
  4. zullen jodelen
  5. zullen jodelen
  6. zullen jodelen
o.v.t.t.
  1. zou jodelen
  2. zou jodelen
  3. zou jodelen
  4. zouden jodelen
  5. zouden jodelen
  6. zouden jodelen
en verder
  1. is gejodeld
diversen
  1. jodel!
  2. jodelt!
  3. gejodeld
  4. jodelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for jodelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
yodel jodelen

Wiktionary Translations for jodelen:

jodelen
verb
  1. zingen met een snelle wisseling van borst- naar keelstem
jodelen
verb
  1. to sing in such a way that the voice fluctuates rapidly between the normal chest voice and falsetto

Cross Translation:
FromToVia
jodelen yodel yodlerchanter en vocalises comme les Tyroliens.