Summary
Dutch to English: more detail...
-
kap:
- cap; hood; wimple; casque; roof; covering; cover; cover up roof; roofing over; top
- kappen:
- Wiktionary:
Dutch
Detailed Translations for kap from Dutch to English
kap:
-
de kap (hoofddeksel)
-
de kap (overkapping; dak; overdekking; afdekkap; koepel)
Translation Matrix for kap:
Related Words for "kap":
kappen:
Conjugations for kappen:
o.t.t.
- kap
- kapt
- kapt
- kappen
- kappen
- kappen
o.v.t.
- kapte
- kapte
- kapte
- kapten
- kapten
- kapten
v.t.t.
- heb gekapt
- hebt gekapt
- heeft gekapt
- hebben gekapt
- hebben gekapt
- hebben gekapt
v.v.t.
- had gekapt
- had gekapt
- had gekapt
- hadden gekapt
- hadden gekapt
- hadden gekapt
o.t.t.t.
- zal kappen
- zult kappen
- zal kappen
- zullen kappen
- zullen kappen
- zullen kappen
o.v.t.t.
- zou kappen
- zou kappen
- zou kappen
- zouden kappen
- zouden kappen
- zouden kappen
en verder
- ben gekapt
- bent gekapt
- is gekapt
- zijn gekapt
- zijn gekapt
- zijn gekapt
diversen
- kap!
- kapt!
- gekapt
- kappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kappen:
Related Words for "kappen":
Wiktionary Translations for kappen:
kappen
Cross Translation:
verb
kappen
-
met een snelle slag met een mes of bijl een verbinding verbreken
- kappen → chop
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kappen | → cut down; fell a tree; chop down | ↔ abholzen — Bäume in einem Wald, Forst oder Hain fällen |
• kappen | → curl; do | ↔ coiffer — couvrir la tête. |
• kappen | → chop; cut; hack; hew | ↔ hacher — couper en petits morceaux, avec un instrument tranchant (couteau, hachoir, mixeur...) |
• kappen | → cut; slice; trim; carve; chisel; whittle; chop; hack; hew; facet; cut off; grave | ↔ tailler — couper, retrancher d’une matière, en ôter avec le marteau, le ciseau, ou tout autre instrument, ce qu’il y a de superflu, pour lui donner une certaine forme, pour la rendre propre à tel ou tel usage. |