Summary
Dutch to English: more detail...
- kenmerken:
- kenmerk:
-
Wiktionary:
- kenmerken → characterize, characterise
- kenmerken → mark, label, flag, brand, earmark, hallmark, stamp, stud, route, form, mould, mold, shape, turn, designate, appoint, denote, motion, show, indicate, point out, demonstrate, display, manifest, suggest, connote, choose, elect, pick out, opt, check, score
- kenmerk → distinguishing mark, trait, line, idiosyncrasy, property
- kenmerk → characteristic
Dutch
Detailed Translations for kenmerken from Dutch to English
kenmerken:
-
kenmerken (kenschetsen; karakteriseren; typeren)
to characterize; to characterise– describe or portray the character or the qualities or peculiarities of 1 -
kenmerken (karakteriseren; tekenen; typeren; kenschetsen)
to characterize; to characterise– describe or portray the character or the qualities or peculiarities of 1
Conjugations for kenmerken:
o.t.t.
- kenmerk
- kenmerkt
- kenmerkt
- kenmerken
- kenmerken
- kenmerken
o.v.t.
- kenmerkte
- kenmerkte
- kenmerkte
- kenmerkten
- kenmerkten
- kenmerkten
v.t.t.
- heb gekenmerkt
- hebt gekenmerkt
- heeft gekenmerkt
- hebben gekenmerkt
- hebben gekenmerkt
- hebben gekenmerkt
v.v.t.
- had gekenmerkt
- had gekenmerkt
- had gekenmerkt
- hadden gekenmerkt
- hadden gekenmerkt
- hadden gekenmerkt
o.t.t.t.
- zal kenmerken
- zult kenmerken
- zal kenmerken
- zullen kenmerken
- zullen kenmerken
- zullen kenmerken
o.v.t.t.
- zou kenmerken
- zou kenmerken
- zou kenmerken
- zouden kenmerken
- zouden kenmerken
- zouden kenmerken
en verder
- ben gekenmerkt
- bent gekenmerkt
- is gekenmerkt
- zijn gekenmerkt
- zijn gekenmerkt
- zijn gekenmerkt
diversen
- kenmerk!
- kenmerkt!
- gekenmerkt
- kenmerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kenmerken:
Related Words for "kenmerken":
Wiktionary Translations for kenmerken:
kenmerken
Cross Translation:
verb
-
een herkenningspunt ergens van zijn
- kenmerken → characterize; characterise
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kenmerken | → mark; label; flag | ↔ kennzeichnen — mit einer Markierung, einem Kennzeichen versehen |
• kenmerken | → mark; brand; earmark; flag; hallmark; label; stamp; stud; route; form; mould; mold; shape; turn | ↔ zeichnen — (transitiv) etwas mit einem oder mehreren Zeichen versehen |
• kenmerken | → designate; appoint; denote; mark; motion; show; indicate; point out; demonstrate; display; manifest; suggest; connote; choose; elect; pick out; opt | ↔ désigner — Traduction à trier |
• kenmerken | → denote; mark; motion; check; score | ↔ marquer — Distinguer une chose d’une autre au moyen d’une marque. (Sens général). |
kenmerk:
-
het kenmerk (karakterisering; eigenschap; karakteristiek; typering)
the characteristic; the feature; the characterization; the character profile; the character description; the quality; the characterisation -
het kenmerk (karaktertrek; karakteristiek; eigenschap; stigma)
-
het kenmerk (karakteristiek; eigenschap)
-
het kenmerk (iemand kenmerken; kenteken; etiket)
-
het kenmerk (karaktertrek; karaktereigenschap; kwalititeit)
-
het kenmerk (merkteken; eigenschap; merk)
-
het kenmerk
-
het kenmerk
-
het kenmerk
-
het kenmerk
-
het kenmerk
-
het kenmerk
Translation Matrix for kenmerk:
Related Words for "kenmerk":
Synonyms for "kenmerk":
Related Definitions for "kenmerk":
Wiktionary Translations for kenmerk:
kenmerk
Cross Translation:
noun
kenmerk
-
kenteken, karakteristieke eigenschap
- kenmerk → distinguishing mark; trait
noun
-
lineament; feature; figure
-
peculiarity that serves to distinguish or identify
-
an attribute characteristic of a class of objects
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kenmerk | → characteristic | ↔ caractéristique — Ce qui servir à caractériser quelqu'un ou quelque chose. |