Dutch
Detailed Translations for knotje from Dutch to English
knotje:
Translation Matrix for knotje:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bun | haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong | knot; knotje haar; toet |
knot | haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong | knot; schuifknoop; streng garen; strik |
knot of hair | haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong | pluk haar; toet |
Verb | Related Translations | Other Translations |
knot | aan elkaar binden; aan elkaar knopen; bevestigen; knopen; strikken; vastknopen; verbinden |
Related Words for "knotje":
knotje form of knot:
-
de knot (streng garen)
-
de knot (knotje haar)
-
de knot (wrong; knoedel; vlecht; kluwen; haarknot; knoedeltje; knotje; knoet)
Translation Matrix for knot:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bun | haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; knotje haar; vlecht; wrong | toet |
knot | haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; streng garen; vlecht; wrong | schuifknoop; strik |
knot of hair | haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong | pluk haar; toet |
Verb | Related Translations | Other Translations |
knot | aan elkaar binden; aan elkaar knopen; bevestigen; knopen; strikken; vastknopen; verbinden |