Summary
Dutch
Detailed Translations for kokken from Dutch to English
kokken form of kok:
-
de kok (keukenmeester)
Translation Matrix for kok:
Noun | Related Translations | Other Translations |
chef | keukenmeester; kok | keukenmeid; keukenprinses; kokkie; kookster; meid |
cook | keukenmeester; kok | keukenmeid; keukenprinses; kokkie; kookster; meid |
head-cook | keukenmeester; kok | keukenmeid; keukenprinses; kokkie; kookster; meid |
Verb | Related Translations | Other Translations |
cook | bereiden; brouwen; eten bereiden; gaar koken; iets toebereiden; klaarmaken; koken; koken van woede; kokkerellen; prepareren; zieden |