Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. kortsluitingen:
  2. kortsluiting:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kortsluitingen from Dutch to English

kortsluitingen:

kortsluitingen [de ~] noun, plural

  1. de kortsluitingen
    the short-circuits; the shorts; the communication breakdowns

Translation Matrix for kortsluitingen:

NounRelated TranslationsOther Translations
communication breakdowns kortsluitingen
short-circuits kortsluitingen
shorts kortsluitingen broekje; korte broek; voorprogramma

Related Words for "kortsluitingen":


kortsluiting:

kortsluiting [de ~ (v)] noun

  1. de kortsluiting (electriciteitsstoring)

Translation Matrix for kortsluiting:

NounRelated TranslationsOther Translations
electrical breakdown electriciteitsstoring; kortsluiting
electrical interference electriciteitsstoring; kortsluiting
short-circuiting electriciteitsstoring; kortsluiting

Related Words for "kortsluiting":


Wiktionary Translations for kortsluiting:

kortsluiting
noun
  1. het plaatsvinden van een gewenste of ongewenste weerstandloze verbinding in een stroomkring
kortsluiting
noun
  1. an unintentional connection of low resistance or impedance in a circuit

Cross Translation:
FromToVia
kortsluiting short circuit court-circuit — élec|fr connexion volontaire ou accidentelle de deux points d’un circuit électrique entre lesquels il existe une différence de potentiel, par un conducteur de faible résistance.