Dutch
Detailed Translations for kwelen from Dutch to English
kwelen:
-
kwelen
Conjugations for kwelen:
o.t.t.
- kweel
- kweelt
- kweelt
- kwelen
- kwelen
- kwelen
o.v.t.
- kweelde
- kweelde
- kweelde
- kweelden
- kweelden
- kweelden
v.t.t.
- heb gekweeld
- hebt gekweeld
- heeft gekweeld
- hebben gekweeld
- hebben gekweeld
- hebben gekweeld
v.v.t.
- had gekweeld
- had gekweeld
- had gekweeld
- hadden gekweeld
- hadden gekweeld
- hadden gekweeld
o.t.t.t.
- zal kwelen
- zult kwelen
- zal kwelen
- zullen kwelen
- zullen kwelen
- zullen kwelen
o.v.t.t.
- zou kwelen
- zou kwelen
- zou kwelen
- zouden kwelen
- zouden kwelen
- zouden kwelen
diversen
- kweel!
- kweelt!
- gekweeld
- kwelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kwelen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
warble | kwelen |
Related Words for "kwelen":
kwel:
-
de kwel (droefenis; ongeluk; rouw; leed; smart; pijn; kruis)
the mournfulness; the sorrow; the regret; the dejection; the melancholy; the wistfulness; the depression; the sadness -
de kwel (misère; ellende; kommer)