Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. lastgever:


Dutch

Detailed Translations for lastgever from Dutch to English

lastgever:

lastgever [de ~ (m)] noun

  1. de lastgever (opdrachtgever)
    the principal; the bidder

Translation Matrix for lastgever:

NounRelated TranslationsOther Translations
bidder lastgever; opdrachtgever bieder; inzetter
principal lastgever; opdrachtgever baas; beveiligingsprincipal; directrice; hoofd; hoofdonderwijzer; hoofdschuldige; meerdere; meester; opdrachtgevers; patroon; principal; rector; schooldirecteur; schoolhoofd; superieur
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
principal cruciaal; hoofd; kardinaal; voornaamst; voornaamste

Related Words for "lastgever":