Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. lid worden:


Dutch

Detailed Translations for lid worden from Dutch to English

lid worden:

lid worden verb (word lid, wordt lid, werd lid, werden lid, lid geworden)

  1. lid worden
    to become a member

Conjugations for lid worden:

o.t.t.
  1. word lid
  2. wordt lid
  3. wordt lid
  4. worden lid
  5. worden lid
  6. worden lid
o.v.t.
  1. werd lid
  2. werd lid
  3. werd lid
  4. werden lid
  5. werden lid
  6. werden lid
v.t.t.
  1. ben lid geworden
  2. bent lid geworden
  3. is lid geworden
  4. zijn lid geworden
  5. zijn lid geworden
  6. zijn lid geworden
v.v.t.
  1. was lid geworden
  2. was lid geworden
  3. was lid geworden
  4. waren lid geworden
  5. waren lid geworden
  6. waren lid geworden
o.t.t.t.
  1. zal lid worden
  2. zult lid worden
  3. zal lid worden
  4. zullen lid worden
  5. zullen lid worden
  6. zullen lid worden
o.v.t.t.
  1. zou lid worden
  2. zou lid worden
  3. zou lid worden
  4. zouden lid worden
  5. zouden lid worden
  6. zouden lid worden
diversen
  1. word lid!
  2. wordt lid!
  3. lid geworden
  4. lid wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for lid worden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
become a member lid worden

External Machine Translations:

Related Translations for lid worden